Een installatie van de Invantive Web Service bestaat uit één of meerdere installaties van de Invantive Web Service programmatuur. Behalve de programmatuur dien je ook de verbindingen naar databases op te geven die via deze installatie gebruikt kunnen worden. Dat kunnen in ieder geval de volgende databaseplatformen zijn:
•Microsoft SQL Server
•Oracle RDBMS
•MySQL
•IBM DB2 UDB (Linux, Unix, Windows)
De daadwerkelijke keuze van het databaseplatform hangt af van welke applicatie je gaat gebruiken. Sommige (bedrijfs)applicaties werken alleen op een deel van de databaseplatformen.
De ondersteuning van extra databaseplatformen kan door een systeemontwikkelaar toegevoegd worden of bij Invantive worden besteld.
Verzoeken worden gerouteerd naar providers zodra verzoeken voor gegevens of acties binnenkomen bij de webserver. In het configuratiebestand stel je in in welke volgorde dit gebeurt (zie afbeelding).
Zie ook Providers Configuratie.