In de parameters kun je een filter voor het model opgeven. Met het opgeven van een filter, en het gebruik ervan, zorg je ervoor dat alleen gegevens uit de database wordt opgehaald die in de filter ingesteld zijn. Een parameter kun je gebruiken bij de filtering van een blok, zie Blokken. De afbeelding geeft aan dat de parameter ingesteld is op ‘A%’. Dit betekent dat alleen organisaties die beginnen met de letter ‘A’ worden opgehaald door Invantive Control for Excel.
In dit onderdeel van de modelbewerker kun je de parameters toevoegen, wijzigen en verwijderen.
De betekenis van de invulvelden is:
Code |
De unieke naam van de parameter. |
Omschrijving |
De omschrijving van de parameter. |
Standaardwaarde |
De standaardwaarde van de parameter. |
Huidige Waarde |
De huidige waarde van de parameter. |