Invantive VisionIn dit scherm kun je deelfuncties registreren en wijzigen. 
Open Scherm
Deelfuncties worden gebruikt om rapporten samen te stellen uit meerdere rapportonderdelen zoals; de voorpagina van een rapport; de algemene voorwaarden; een overzicht van actiepunten.
Een deelfunctie kan je instellen per rapportagefunctie, bijvoorbeeld voor een rapport dat via de gebruikersinterface opgevraagd kan worden. Dit kan vooral voor de maatwerkrapporten bubs_custom1-99, zie Rapportages Bouwen.
Aan deelfuncties kunnen URL-parameters worden meegegeven. Deze parameters worden dan vervolgens doorgegeven aan het rapport. Als meerdere parameters worden gebruikt, worden deze gesplitst via het ‘&’ symbool.
De parameters worden net zoals bij een URL ‘ge-unescaped’. Met de escape-functie wordt een parameter naar een string in een URL-gecodeerd formaat geconverteerd waarbij alle niet-alpha-numerieke characters vervangen worden met % hexadecimalen. Om precies het omgekeerde te doen gebruik je de unescape functie.
Bijvoorbeeld: unescape ‘%21’ wordt een uitroepteken, unescape ‘%20’ wordt een spatie.
Een voorbeeld van twee URL-parameters gesplitst met het ‘&’ symbool: ‘P_TITEL=titel%20van%20het%rapport&P_PJT_CODE=123456’.
Rapporten
Loops
Met behulp van deelfuncties kun je ook loops bouwen in rapporten.
Een voorbeeld:
Voor elke regel in ‘select gbr_naam from bubs_gebruikers_v order by gbr_naam’ draait het systeem een rapport. Dit rapport kun je parameters meegeven die uit de query afkomstig zijn met behulp van URL-parameters. De waarde van de parameters kunnen worden doorgeven aan het rapport door de ‘:’-notatie te gebruiken. Een voorbeeld van deze notatie is: P_GBR_NAAM=:GBR_NAAM.
De inhoud van een loop wordt mede bepaald door het gebruik van diepte. Binnen een loop kan een andere loop worden opgenomen. De diepte van deze loop is één. Vervolgens kun je binnen deze ‘geneste loop’ een andere loop opnemen. De diepte van deze loop is dan twee. De maximale diepte van een loop is afhankelijk van de programmataal en de programmafunctie die je gebruikt.
Documenten
De betekenis van de velden is:
Functie |
De naam van de rapportfunctie. |
Sorteervolgorde |
Een numerieke waarde waar de deelfuncties op gesorteerd worden als er in een scherm een lijst van zichtbaar is. |
Actief |
Indien aangevinkt wordt de deelfunctie actief. |
Diepte |
De diepte bepaalt mede de inhoud van de lus. |
Omschrijving |
De omschrijving van de deelfunctie. |
Code |
De code waarmee naar het rapport verwezen kan worden. |
URL-parameters |
De URL-parameters zoals bijvoorbeeld ‘A=B&...&Y=Z’. De parameters worden aan de deelfunctie doorgegeven als deze wordt uitgevoerd. |
Documentnummer |
Verwijzing naar documentnummer zoals geregistreerd in Documenten. In een rapport kan een document worden tussengevoegd of worden opgenomen als bijlage. |
Lusquery |
De SQL-query die wordt gebruikt om de lus in het rapport te genereren. Een lus is een opeenvolging van instructies die herhaald worden voor alle rijen in de query. |
