Via dit scherm kunnen factuurgegevens worden uitgewisseld met een ERP systeem. Open Scherm
Vanuit het ERP systeem worden ‘laadtabellen’ gevuld in Invantive Estate. Via de interfaceschermen in Invantive Estate kunnen de gegevens in deze ‘laadtabellen’ worden bewerkt en worden opgeslagen in ‘doeltabellen’.
Profielopties gebruik je om het proces te sturen waarbij de ‘laadtabellen’ geladen worden of de gegevens in de laadtabellen worden opgeslagen in ‘doeltabellen’.
Bij het invoeren van gegevens in de invoervelden in de interfaceschermen, dien je gebruik te maken van interne codes. Bij het aangegeven van het geslacht van een persoon gebruik je bijvoorbeeld ‘M’ voor ‘Man’ en ‘V’ voor ‘Vrouw’.
De betekenis van de invulvelden is:
Factuur |
Een factuur kan worden verzonden door een leverancier, kan worden verzonden naar een klant of kan worden aangemaakt door het grootboeksysteem. Een factuur kan meerdere Factuurregels bevatten. |
Betalingstermijn (dagen) |
De betalingstermijn in dagen van de factuur. Deze informatie wordt gebruikt bij het berekenen van de kasstroom. |
Factuurdatum |
De datum zoals geregistreerd op de factuur. |
Omschrijving |
Een toelichting op de factuur. |
Referentie Leverancier |
Het unieke kenmerk van de factuur bij de afzender. Dit veld kan gebruikt worden om het factuurnummer van de leverancier vast te leggen als de code van de factuur gebaseerd wordt op de eigen factuurnummering. |
Organisatiecode |
De unieke code van de organisatie (leverancier) die de factuur heeft gestuurd of de afnemer waar de factuur naar gestuurd is. Kies een generieke leverancier of afnemer in het geval van memoriaalboekingen uit het grootboek. |
Kasstroom |
|
Verwachte Vervaldatum |
De datum waarop de kasstroom voor deze opdracht naar verwachting zal beginnen. |
Verwachte Einddatum Verval |
De datum waarop de kasstroom voor deze opdracht naar verwachting zal eindigen. De einddatum is alleen relevant als de verdeelmethode van de kasstroom een einddatum nodig heeft. |
Laadinformatie |
|
Unieke referentie in Herkomstsysteem |
Verwijzing naar het record in het systeem van herkomst waarmee het record geïdentificeerd kan worden. |
Groep in Herkomstsysteem |
Verwijzing naar een groep records in het systeem van herkomst. Het groeperen van records wordt vaak gebruikt voor het valideren van het laadproces middels ‘application control’. |
Laadmelding |
Geeft een boodschap betreffende de meest recente laad actie van een record. |
Laadstatus |
Geeft status informatie weer over het laadproces van het record. ‘F’=‘Fout’ en ‘V’=‘Voltooid’. De voltooide laadstatussen worden aan het einde van de ERP verwerking vanzelf verwijderd. |
Geladen |
Het tijdstip waarop het record geladen werd door de ERP interface. |
De betekenis van de overige velden is:
Id |
De technische code waarmee de factuur geïdentificeerd kan worden. |